De Spelen als visitekaartje
Met de Spelen van 1972 wilde West-Duitsland een punt zetten achter zijn besmette geschiedenis, en de herinnering aan Hitlers ‘Nazi-Spelen’ van 1936 in Berlijn uitwissen. Associaties met autoriteit en monumentaliteit wilden de organisatoren daarom tegen iedere prijs vermijden. Er ontstond een uitzonderlijke situatie waarin planners en ontwerpers – met brede steun uit politiek en maatschappij – een model konden ontwikkelen voor een democratische samenleving zonder grenzen en geweld. Vrijheid en participatie van het individu waren de centrale pijlers van een allesomvattend ontwerp. Otl Aicher, het hoofd van het ontwerpteam, zag de Olympische Spelen als een groot openlucht schouwspel, 'een opera zonder theater en orkest', waarin 'het leven zichzelf speelde', waar bezoekers en atleten vrij met elkaar konden omgaan ongeacht hun nationaliteit, afkomst of levensbeschouwing.
Het kapen van een wereldpodium
Op de elfde dag van de Spelen bleek hoe kwetsbaar het ideaal was. Zwaarbewapende leden van de Black September-organisatie gijzelden elf mannen van de Israëlische ploeg. Hoewel de gijzelingsactie tot in detail een van de vooraf geschetste terreurscenario’s volgde, waren er nauwelijks veiligheidsmaatregelen getroffen. Ze zouden te veel conflicteren met het beeld dat de organisatoren wilden uitdragen. De gijzelnemers kaapten het podium en namen via de media de regie over het wereldevenement in handen. Honderden camera’s registreerden hoe Luttiff Afif, of Issa, de leider van de operatie, een afschuwwekkend spektakel orkestreerde om daarmee de Palestijnse zaak onder de aandacht van de hele wereld te brengen. Uiteindelijk kwamen elf Israëliërs, een Duitse politieman en vijf van de acht gijzelnemers om. De gebeurtenis luidde een nieuw tijdperk in. Voor velen markeerde München 1972 de ‘geboorte van de moderne terreur’ waarbij voluit de kracht van het beeld wordt benut door de camera als strijdwapen in te zetten. Het leidde een onomkeerbaar proces in waarin het borgen van veiligheid bij elke volgende editie van het evenement een steeds grotere rol ging spelen, met de Spelen in Rio de Janeiro als voorlopig hoogtepunt.
Strategie versus tactiek
De tentoonstelling belicht het esthetisch ideaal van de ontwerpers van München en hun vurig verlangen om een beeld van een democratische en open maatschappij te scheppen. Dat wordt zichtbaar in het werk van bijvoorbeeld de architecten Günther Behnisch, Hans Hollein en Frei Otto, landschapsarchitect Günther Grzimek en ontwerper Otl Aicher. Door het ontwerp van die Heitere Spiele, zoals de Spelen van 1972 vaak werden genoemd, te deconstrueren worden de relaties blootgelegd tussen ontwerp, politiek en andere krachten en machten die op zo’n wereldevenement inspelen. Op vergelijkbare wijze ontrafelt de tentoonstelling de acties waarmee op het Duitse totaalontwerp werd geparasiteerd. Welke motieven lagen aan hun actie ten grondslag, en welke middelen zetten zij hiervoor in? Hoe veranderde dit uiteindelijk de perceptie van deze Olympische Spelen? Willi Daume, president van het Duitse Olympisch Comité zei het al in de aanloop naar de Spelen tegen ontwerper Aicher: De sportuitslagen zou men snel vergeten, het is de ervaring die telt.
Lees het
interview met de curator en grafisch ontwerper van de tentoonstelling